zondag 22 November om 15.00 uur:

Caecialiaconcert

Gemengd koor Gloria Deo

Schola Cantorum

Orgelspel

Dirigent: Gerard Legierse

PROGRAMMA:

1. 

Missa in honorem Scti Friederici

J.Gruber

voor 4-stemmig mannenkoor en orgel:

Kyrie

Gloria

Sanctus-Benedictus

Agnus Dei

2. 

Laudamus te    

A. Vivaldi

uit : Gloria

voor 2 sopranen

3. 

Cantique de Jean Racine 

G. Fauré

4.

Sonate III in A-dur 

F.Mendelssohn

Con moto maestoso-fuga:aus tiefer Not

5.

Requiem op. 48   

G.Fauré

Introitus en kyrie

Sanctus

Pie Jesu

Agnus Dei

Libera me

In paradisum

6. 

Pie Jesu 

  Lloyd Webber

voor 2-sopranen, gemengd koor en orgel

Gemengd koor Gloria Deo

Schola Gloria Deo

Solisten:

Petra Weijers  

Sopraan

Annemieke Storm

Sopraan

Algehele leiding-begeleiding-orgelspel: Gerard Legierse, Dirigent/Organist.

Het jaarlijkse Caeciliaconcert staat deze keer in het teken van het contrast.

Tegenstellingen als vrolijk-droevig, langzaam-snel,helder-duister..

De luisteraar zal worden meegevoerd naar verschillende gemoedstoestanden door de keuze van de uitgevoerde werken. Na de Mis van Gruber en het sprankelende Laudamus te van Vivaldi, klinkt het rustige ingetogen motet “Cantique de jean Racine van Fauré.

De feestelijke klanken van het Allegro Maestoso uit de derde orgelsonate van Mendelssohn worden in de fuga gevolgd door het klagende ”Aus tiefer Not” als thema in het pedaal!

Het requiem van Fauré eindigt met het prachtige “In paradisum” dat na droefenis, een vreugdevolle verlossing als uitzicht biedt.

Koor solisten en orgel besluiten dit concert met het intieme “Pie Jesu”van de componist Andrew Lloyd Webber.  

Toelichting:

De 4 stemmige mis van Gruber (niet Franz Gruber van Stille Nacht) is een romantische compositie met goed in het gehoor liggende melodiëen en harmonische wendingen.

Deze mis stond net als de “Pontificalis” van Perosi op het repertoire van menig mannenkoor.

Het laudamus te uit het gloria van Vivaldi voor 2 sopranen en orgel begint als een canon met de gelijknamige tekst en vervolgt als een duet met soms klagende- dan weer vrolijke samenklanken die kenmerkend zijn voor de stijl van deze componist.

Naast het requiem is de cantique de Jean Racine wel het meest bekende koorwerk van Gabriël Fauré. Oorsprokelijk bedoeld voor orkest of piano met gemengd koor hoort u nu een bewerking voor orgel en koor. G. Fauré was een leerling van Saint Saëns welke een grote invloed heeft gehad op het werk van Fauré.

De derde Sonate voor orgel van Felix Mendelssohn Bartholdy begint met een feestelijke introductie met grote akkoorden en vervolgt met een fuga waarin het Choral:”Aus tiefer Not schrei ich zu Dir” op het pedaal wordt gespeeld om vervolgens weer met de introductie te eindigen.

“zo zie ik de dood”:, zei Fauré over zijn Requiem, “als een vreugdevolle verlossing, een gelukzalig uitzicht aan de andere zijde van het graf, niet als een pijnlijke ervaring”.

Vandaar dat Fauré slechts het pie Jesu uit het Dies irae componeerde en in plaats van het dies irae het libera me en in paradisum schreef, wat in zijn tijd voor meerstemige requiems niet gebruikelijk was, zodat niet ook de verschrikking, maar slechts de vrede van de dood werd opgeroepen.

Het pie Jesu uit het requiem van Andrew lloyd Webber (o.a. componist van de musical; “Jesus Christ Superstar”) toont veel gelijkenis met het pie Jesu van Fauré echter gecomponeerd voor 2 sopranen en gemengd koor.