ORGELCONCERT

GERARD LEGIERSE

 Gerard Legierse geeft concert op drie orgels

Meesterwerken uit de barok en romantiek en werken uit vroegere en latere tijden

Op zondagmiddag 23 juni verzorgt onze eigen organist Gerard Legierse het concert in de serie Muziek in de Bonifatius. Op het programma staan werken van onder andere meesters uit de barok en de romantiek maar ook werken uit vroeger en later tijd.
Gerard Legierse zal het concert op de drie mechanische orgels geven, allereerst op het van Vulpen positief achter in de zijbeuk van de kerk met werken van Jan Pieterszn. Sweelinck en Johann Pachelbel. Daarna klinkt op het transeptorgel voor in de kerk de bekende sonata da chiesa van Hendrik Andriessen en op het hoofdorgel werken van J.S.Bach en Ch.M. Widor.
De drie orgels van de Bonifatiuskerk hebben ieder hun eigen klankkarakter en de werken van het programma zijn hierop gebaseerd. Zo is het van Vulpen positief uitstekend geschikt voor oude muziek en kleine barokwerken en het transeptorgel meer voor hedendaagse en romantische werken.
Het grote Kam en van der Meulenorgel heeft door zijn uitgebreide dispositie de meeste mogelijkheden en is geschikt voor grote Bachwerken en meesterwerken uit de romantiek.
Het komt zelden voor dat in een kerk drie mooie orgels tijdens een concert te beluisteren zijn dus het belooft een bijzondere middag te worden.

Het concert vindt plaats in het kader van de concertserie ‘Muziek in de Bonifatius’ aan de Van Vredenburchweg 69 in Rijswijk. Het begint om 15.00 uur en duurt een uur. De toegang is gratis. Na afloop is er een deurcollecte en de mogelijkheid een glaasje te nuttigen.

Programma

Van Vulpenpositief:

Johann Pachelbel:                           Fantasia in g

Jan Pieterszn. Sweelinck:               Mein junges Leben hat ein End

 

Transeptorgel:

Hendrik Andriessen:                        Sonata da chiesa

 

Hoofdorgel:                                     

Johann Sebastian Bach                  Koraalvoorspel  “Ach Gott und Herr”

                                                           Preludium en fuga in e  BWV 548

Franz Liszt                                        Cantabile con divozione

Charles M.Widor                            Uit symphonie V deel 1 Allegro vivace

 

Programmatoelichting

 J. Pachelbel (1653-1706) componeerde in Zuid Duitse stijl die georiënteerd was op de Italiaanse orgelkunst. De fantasie in g wordt geheel met het plenum (volle werk) van het orgel gespeeld.

Sweelinck (1562-1621) was organist van de oude kerk in Amsterdam. Mein junges Leben hat ein End is een variatiewerk met een thema en 5 variaties waarbij de verschillende registratiemogelijkheden van het kleine orgel gedemonstreerd worden.

Hendrik Andriessen schreef in een laat romantische stijl en maakt gebruik van “hele-toonreeksen”.

Ook dit werk begint met een  thema met verschillende variaties waarvan de laatste, de finale, eindigt met het thema met grote akkoorden met het volle werk van het orgel.

Op het hoofdorgel klinkt eerst het koraalvoorspel van Bach “Ach Gott Herr” een compositie waarvan de melodie in een canon is geschreven. De canon wordt gespeeld met de Dulciaan van het positief van het hoofdorgel.

De preludium en fuga  in e behoort tot een van de grootste orgelwerken van Bach. De zgn. “wedge Fugue” (fuga met het thema in een "wig -vorm")waarbij de melodienoten van het thema steeds verder uitelkaar klinken, wordt verdeeld over twee klavieren.

Als een gebed klinkt het Cantabile con divozione van de beroemde componist Franz Liszt.

Zachte strijkende registers begeleiden de romantische melodie die eindigt in een subtiel pianissimo.

Het eerste deel uit de 5e symphonie van Widor behoort tot een van de bekendste werken van deze componist. Ook dit werk is een variatiewerk met bijzondere delen die voeren naar de climax, het slot met het tutti van het orgel.

 

Gerard Legierse is sinds oktober 2004 als organist verbonden aan de H. Bonifatiuskerk te Rijswijk en is ook dirigent van de Schola Cantorum, het parochieel gemengd koor Gloria Deo en de koorschool. Legierse (1951) kreeg zijn eerste pianolessen van Ton Vijverberg. Hij studeerde daarna aan het Rotterdams Con­ser­vatorium de hoofdvakken orgel en piano respectievelijk bij André Verwoerd en Elly Salomé. In 1977 en 1980 sloot hij deze stu­dies af met het behalen van de beide diploma’s. Vervolgens studeerde hij hoofd­vak koordirectie bij Barend Schuurman in Rotterdam. In 1979 behaalde hij het solistendiploma "met onderscheiding”. In 1989 studeerde hij aan het Conservatoire Natio­nal de Région de Paris interpretatie en improvisatie bij Marie-Louise Jaquet en Jean Langlais. Deze studie sloot Legierse af met ‘Une medaille d'or’. Aan dit Conservatoire behaalde Gerard in 1991 de ‘Prix d'Excellence’. Daarmee behoort hij tot de laatste leerlingen van Jean Langlais. Hij concerteert regelmatig in binnen- en buitenland en verzorgde vele malen orgelbespelingen voor de radio.