klik op de foto hierboven of hieronder voor de website |
||
ZONDAG 16 FEBRUARI |
||
LA FAVILLA ENSEMBLE |
||
Les délices de la solitude(De geneugten van de eenzaamheid) |
||
Programma |
||
Charles Dieupart (1667-1740) 5e suite voor fluit en continuo* Ouverture Allemande Courante Sarabande Gavotte Santiago de Murcia (1673 – 1739) Muziekstukken voor barokgitaar Las sombras Giga di Corelli J.M Hotteterre (1674-1763) Derde suite voor blokfluit en basso continuo Allemande Sarabande Courante Rondeau Gigue Michel Corrette (1707-1795) Sonate voor fagot en continuo Fuga - Allegro Affettuoso Allegro Marin Marais (1656-1728) ‘Le Badinage’ voor viola da gamba* en continuo J.D Braun (fl. 1730-40) Sonata seconda voor twee bas instrumenten (fagot en viola da gamba) Largo Allegro Poco Allegro Allegro Minoetto primo Minoetto secondo J.D Braun (fl.1730-40) Ciaconna voor fagot, gamba en continuo |
||
Isabel Favilla, blokfluit en barokfagot (of alleen fagot) Filipa Meneses, viola da gamba Giulio Quirici, barok gitaar en theorbe (luit) |
||
Toelichting |
||
Tijdens de barok periode was de tegenstelling tussen de Franse en Italiaanse muziek een voortdurend onderwerp van debat door heel Europa. In landen zoals Duitsland werd aan elk hof de voornaamste stijl bepaald door de smaak van de vorst, de aanwezigheid van buitenlandse musici en hun herkomst. De Duitsers beweerden vaak dat hun muziek superieur was, omdat het de beste kenmerken van de Franse en Italiaanse stijlen bevatte en daardoor een hereniging van muzikale smaken creërde. Charles Dieupart was één van de vele Franse musici die in het buitenland werkten. He werkte in Londen als een klavecimbel speler, violist en leraar. Zijn suites werden uitgegeven in versies voor klavecimbel, blokfluit en continuo. Dieupart nam zijn stijl mee naar Engeland, bleef tegelijkertijd niet immuun voor de muziek waar hij in de Britse hoofdstad mee kennis maakte, speciaal die van Corelli, waarvan bekend is dat hij die op de viool heeft uitgevoerd. Santiago de Murcia was een componist, theoreticus en gitarist die waarschijnlijk in Mexico geleefd heeft en waar hij wordt verondersteld te zijn gestorven. Zijn publicaties en manuscripten voor gitaar geven de indruk dat hij andere gitaar componisten uit zijn tijd persoonlijk kende. Een van hen, Saldívar Codex brengt variaties aan Spaanse dans melodieën toe die dateren van het eind van de 16e eeuw tot het begin van de 18e eeuw, zoals de jácara, mariona, gallarda, villano and españoleta, en is de vroegste muzikale bron voor de fandango, jota and seguidilla, die later onontbeerlijk deel zouden uitmaken van het Spaanse culturele landschap in de 19e eeuw. Ook heel interessant zijn de cumbés and zarambeques, de vroegst bekende voorbeelden van genoteerde instrumentale muziek van Afrikaanse Amerikaanse oorsprong. Het onderdeel omvat ook een handjevol Franse dansen(sommigen door André Campra of Louis Guillaume Pécour), 13 menuetten en een drie-delige sonate met een langzaam tempo dat det denken aan Corellie en een finale volledig in een sonate vorm, met thema met variaties en een uitgebreide doorwerking – een opmerkelijk bewijs dat in 1732, op z’n laatst, Murcia voorop liep met de ontwikkelingen die leidden tot de Klassieke periode. In de eerste kwart van de 18e eeuw verschoof het centrum van de muzikale activiteit in Frankrijk langzamerhand van het hof van Versailles naar de vele Parijse kringen van privé beschermheren. Ze organiseerden vaak concerten bij hun thuis door componisten, schilders en musici te sponsoren. Tegelijkertijd werd een begin gemaakt met het organiseren van openbare concert series. De beroemdste van hen - Le Concert Spirituel – duurde van 1725 tot 1790. Er was een toename van de vraag naar muziek die in zulke huiselijke kringen gespeeld werd en er werd een begin gemaakt met het publiceren van een aantal instructie boeken voor allerlei instrumenten. Boismortier, Corrette and Braun waren componisten die een groot aantal melodieuze, toegangkelijke werken schreven voor een verscheidenheid van instrumentale combinaties, die goed ontvangen werden bij een nieuw soort publiek. Misschien omdat muziek niet langer meer gemaakt werd om het Franse koningshuis te verheerlijken en te vermaken, gaf deze nieuwe generatie van componisten de voorkeur aan de Italiaanse stijl, die vanaf die tijd het Franse muzikale landschap zou domineren. La Favilla is een muziek ensemble opgericht in 2011 door de Braziliaanse barok fagot- en blokfluitspeelster Isabel Favilla. Het repertoir bevat werken waarin historische fagots en blokfluiten een vooraanstaande rol spelen. Een variabel arrangement staat een ontplooiing toe van vele verschillende instrumentale combinaties en muzikale stijlen. Er wordt veel aandacht besteed aan onderzoek en uitvoering van minder bekende componisten die ten onrechte zijn vergeten. De musici hebben gedurende de laatste paar jaar intensief samen gewerkt op zoek naar een geïnspireerde uitvoering van de muziek uit de barok periode. |
||
Musici |
||
Isabel Favilla:blokfluiten, barok fagot(of alleen fagot) Isabel behaalde haar masters diploma als uitvoerende aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel. Later verhuisde ze naar Nederland om zich te specialiseren in historische fagots. In 2012 behaalde zij haar tweede bachelordiploma aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. |
||
Isabel heeft in verschillende Europese en Zuid-Amerikaanse landen opgetreden als soliste als orkestmusicusmet ensembles zoals Concerto d’Amsterdam, La Sfera Armoniosa, Arcade Ensemble, Le Concert Bourgeois and Les Muffatti. Zij heeft opgetreden met o.a. dirigenten Fabio Bonizzoni, Mike Fentross, Peter van Heyghen, Ryo Terakado and Paul Dombrecht. Zij kan beluisterd worden in opnames waarin zij zowel de blokfluit als de fagot speelt met Il Complesso Barocco (Alain Curtis), Collegium Musicum Den Haag (Claudio Ribeiro), Orquestra Barroca de Juiz de Fora (Luis Otavio Santos) en Les Muffatti (Peter van Heyghen). Samen met Inês d’Avena heft zij het blokfluit duet Schifanoia opgericht, dat was gekozen voor de Internationale Presentatie van Jonge Artiesten, deel van het 2009 Laus Polyphoniae Festival in Antwerpen. In 2011 heeft zij haar eigen ensemble La Favilla opgericht, dat zich ten doel stelt het solo repertoire van de blokfluit en de fagot in de 18e eeuw te onderzoeken. In 2013 was zij de mede-oprichtster van het ensemble Radio Antiqua en kreeg een Artistic Residency toegekend aan het Culturel de Rencontre of Ambronay (France) in July 2013. Van 2010 tot 2013 was zij een musicus aan de Memorabele Momenten Foundation die hoogwaardige muzikale uitvoeringen verzorgt voor hele jonge kinderen. Tegenwoordig geeft zij les in blokfluit en fagot aan de School for Early Music in Amsterdam. |
||
Filipa Meneses: viola da gamba Filipa behaalde haar pianisten diploma aan de ESMAE (Escola Superior de Música, Artes e Espetáculo of Oporto, Portugal) bij Prof. Madalena Soveral. Zij begon de viola da gamba te studeren bij prof. Xurxo Varela aan hetzelfde instituut. |
||
Tegenwoordig studeert zij aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Philippe Pierlot en Mieneke Van der Velden. Rotary Club prijswinnaar in 2002, de “Zeca Afonso” prijs in 2009, Festival Cantar Abril, en de 1e prijs van de prestigieuze wedstrijd “Prémio Jovens Músicos” 2012 in the categorie kamermuziek. Zij heeft deelgenomen aan verschillende masterclasses, n.l. met Baldomero Barciela, Rainer Zipperling, Atsushi Sakaï, Emmanuel Balssa, Paolo Pandolfo, Amélie Chemin en Willand Kuijken. Zij treedt regelmatig op met de ensembles “Músicos do Tejo” en “Flores de Música” en is mede oprichtster van de ensembles “L’antico Affetto” en “Serpino Harmonioso”. |
||
Giulio Quirici: luit, theorbo & barok gitaar Momenteel bezig met het afronden van zijn Bachelor aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, waar hij gestudeerd heeft voor de renaissance luit, barok luit, barok gitaar en jazz gitaar. Onlangs heeft hij gespeeld op Festival Mitte Europa, Academie voor oude muziek in Salzburg en Utrecht Oude Muziek. |
||
Naast zijn reguliere studies volgde hij ook cursussen aan instellingen van wereldklasse zoals o.a. The Berklee College of Music of Boston, the New School for Jazz and Contemporary Music of New York, the Hochschüle für die Kunsten Bremen. Van 2006 tot 2009 studeerde hij aan de jazz afdeling van de Conservatorio di Musica di Vicenza, in zijn geboorteland Italië. Giulio nam deel aan belangrijke festivals voor jazz en klassieke muziek zoals o.a. New Conversations: Vicenza jazz, Veneto Jazz, Festival. Hij is ook een toegewijde muziekdocent en werkt momenteel op verschillende basisscholen in Nederland. |
||
Verklaring namen |
||
* De viola da gamba (Italiaans voor beenviool) is een familie van strijkinstrumenten die haar oorsprong heeft in de gitaar, meer bepaald de vihuela de arco. Het instrument verkreeg zijn huidige vorm in de 16e eeuw. Met name in Engeland waren in de 16e en 17e eeuw gambaconsorten (ensembles van verschillende gamba's) populair. * Basso continuo, kortweg continuo, is een manier van het begeleiden die vooral in de barokmuziek veel gebruikt werd. De naam wordt soms ook gebruikt voor de instrumenten die de begeleiding spelen. * De theorbe (soms ook teorbe) (via Fr. théorbe van Ital. tiorba; verdere afleiding onzeker) is een snaarinstrument uit de luitfamilie. Dit muziekinstrument is aan het einde van de 16e eeuw ontstaan in Noord-Italië en vervulde tot ca. 1750 de functie van continuo-instrument. Iemand die de teorbe bespeelt is een teorbist. |
||
|
||
|